Jiu Jitsu betekend “zachte kunst” of “soepele techniek”. Hoewel de oorsprong van Jiu Jitsu in Japan ligt is de sport in het begin van de 20ste eeuw via Mitsuyo Maeda in Brazilië terecht gekomen waar hij de kunst leerde aan de Gracie’s. Deze familie heeft de traditionele technieken aangepast tot het geheeld dat wij nu kennen als Braziliaans Jiu Jitsu.

Ondanks de focus op het grondgevecht begin je bij Braziliaans Jiu Jitsu staand. Bij Braziliaans Jiu Jitsu is het gebruik van stoten en trappen verboden. Echter, leer je jezelf hier wel tegen te verdedigen doormiddel van overnames en blok technieken. Wanneer het gevecht staande is breng je je tegenstander via worpen en tackles naar de grond. Vanuit hier probeer je totale controle over je tegenstander te verkrijgen om hem vervolgens tot overgave te dwingen.

Een tegenstander tot overgave dwingen kan op verschillende manieren via een verscheidenheid aan verwurgingen, armklemmen en beenklemmen. Bij wedstrijden is het zo dat je voor verschillende aspecten van het spel punten krijgt, bijvoorbeeld voor het werpen van je tegenstander of het vasthouden van een dominante positie. Wordt er voor het einde van de wedstrijd geen van beide deelnemers tot overgave gedwongen dan wint degene met de meeste punten.

VRAAG NU EEN GRATIS TRAINING AAN